“Ik ben verslaafd aan de sfeer van Don Bosco”
“Ik ben een product van een Don Boscoschool. Toen ik vijftien was, vroeg een salesiaan me om naar het speelplein in Oud-Heverlee te komen, en ik ben er nooit meer weggegaan.” Zo begint Pierre Colla zijn verhaal, en vat hij het meteen mooi samen. Hij en zijn vrouw staan nu nog steeds ieder jaar in de keuken van de speelpleinwerking.
(Op de foto met een handgemaakt beeldje “pleinleider” dat hij cadeau kreeg.)
Daar begon Pierre’s verhaal ook. “Het eerste jaar al wilden ze me een animatorenbrevet geven, maar met mijn vijftien jaar was ik daar nog te jong voor”, gaat hij van start. “Later werd ik hoofdanimator op de wijkspeelpleinen in Leuven, waar mij – en twee anderen –voor het eerst werd gevraagd om pleinleider te worden in Oud-Heverlee. Tot dan nam een salesiaan die taak altijd op zich, maar die wilden de fakkel aan de jongeren doorgeven.”
Tot aan de sterren en daar voorbij
In die tijd wilden de salesianen ook hun schouders onder de speelpleinwerking in het Kasteel van Blier zetten. “Daar houd ik enkele van mijn mooiste herinnering aan over”, blikt Pierre terug. “Het ruimteschip dat we daar bouwden, met een tribune die nu nog in Oud-Heverlee staat. We zetten banken in een cirkel, overkapten het met zwarte plastic en versierden het met discolichten. Van witte schildersoveralls maakten we ruimtepakken, met een synthesizer bootsten we raketlanceringen na.”
Maar ook andere themaweken blijven Pierre duidelijk bij: “Ik herinner me nog dat we eens draken hadden gebouwd op het dak van het speelplein, rookmachines incluis. Al was dat voor sommige kinderen dan weer net iets te spannend.” Dat hij dan toch heel creatief moet zijn? “We wilden jongeren vooral uitdagen om hun technische vaardigheden aan te scherpen. Voor mijn eindwerk binnen de lerarenopleiding knutselden we zelfs een heuse poppenkast, zo groot als het podium van de toneelzaal, in elkaar. Kortom, op het speelplein leerde ik meer dan op school.”
Fouten maken? Heerlijk!
Over school gesproken: toen Pierre directeur werd van de parochieschool, nam hij meteen contact op met de middelbare scholieren van de Don Boscoschool in de buurt. “Ik wilde dat de kinderen gewoon samen konden spelen, maar ik wilde eveneens als leerkracht tussen die spelende kinderen staan, in plaats van in het koffielokaal. Dat maakte mij een populaire leraar, ja”, lacht hij. “Ik heb uiteindelijk in alle leerjaren lesgegeven, maar dat was geen enkel probleem: op het speelplein had ik al geleerd om met verschillende leeftijden om te gaan.”
Daarom nam Pierre zijn eigen kinderen al snel mee naar het speelplein, waar hij ook zijn vrouw Sophie leerde kennen. Toen ze samen in de stuurgroep zaten, sloeg de vonk pas echt over. “Pierre was eigenlijk van plan om te stoppen, maar door de liefde is hij toch nog even blijven plakken”, valt Sophie lachend in. Pierre antwoordt: “Inderdaad, eens je in die Don Boscowereld zit, blijf je ernaar terugkeren.” Als ervaren rotten willen ze vooral klaarstaan voor de volgende generaties. “Wanneer ik mensen dezelfde fouten zie maken die ik vroeger ook heb gemaakt, grijp ik niet in, maar denk ik: ‘Heerlijk, ze gaan nog zoveel leren!’”, voegt Sophie nog toe.
“Eens je in die Don Boscowereld zit, blijf je ernaar terugkeren.”
Pionier
Erop terugblikkend is Pierre toch een pionier binnen Don Bosco
geweest: “We maakten de speelpleinen gemengd, we voerden de kleuterwerking in”, vertelt hij. “Op een bepaald moment kreeg ik zelfs de vraag om de volledige werking over te nemen. Dat viel niet te combineren met mijn job als adviseur, dus sloeg ik het aanbod af. Daar heb ik later toch wat spijt van gehad.” Pierre besluit: “Maar vandaag ben ik vooral dankbaar dat ik mensen op een andere manier heb kunnen helpen.”