‘Op het speelplein konden kinderen hun zorgen achterlaten.’
Als ze haar kinderen vertelt dat ze vroeger nog als zwerver verkleed – zwartgestifte tanden incluis – de boot over het Kanaal genomen heeft, hebben die foto’s nodig om het te geloven. Gelukkig heeft Tine Sleurs haar doos vol herinneringen aan Don Bosco altijd binnen handbereik.
“Toen ik afstudeerde als licentiaat Lichamelijke Opvoeding en begon te solliciteren, waren werkgevers vaak verbaasd door de ervaring die ik tijdens mijn studies al had opgedaan”, begint Tine. “Lesgeven of stages begeleiden, bijvoorbeeld, deed ik bij de jeugddienst van Don Bosco al (nu Bosco Base). Op dat moment stond ik al veel stil bij de vraag hoe we kinderen meer kansen kunnen geven.”
Prioriteit in de planning
Haar aangeboren talent om kinderen te begeleiden, werd al snel duidelijk. Tine vertelt: “In mijn buurt woonden wel wat kinderen die jonger waren dan ik, dus organiseerde ik voor hen mijn eigen speelpleintje. Toen ik vijftien was, wilde ik ook echt animator worden op de kampen van de mutualiteit, maar omdat ik pas in het najaar zestien werd, mocht dat niet. Mijn teleurstelling was ontzettend groot. Tot ik bij het speelplein van Don Bosco terechtkwam.”
“Na de voorstelling van het speelplein in onze middelbare school schreef ik me meteen in, nog voor ik het met mijn ouders had besproken”, gaat ze verder. “Sindsdien was het speelplein mijn drijfveer. In mijn planning kreeg het speelplein de absolute prioriteit, andere evenementen moesten daaromheen gepland worden.”
Natte broeken en lege brooddozen
Waarom die weken haar favoriete van de hele zomer waren? “De verbondenheid van het speelplein vond ik nergens anders”, aldus Tine. “We werden er geconfronteerd met situaties waar leeftijdsgenoten totaal niet mee bezig waren, maar de gesprekken die we daar ’s avonds over hadden, hebben ons wel sterk met elkaar verbonden.”
“Zo was er een ochtend waarop we in een kring zaten om de aanwezigheden op te nemen, toen er een kindje op mijn schoot kroop. Plots rook ik urine. Ik besefte dat het kind ’s nachts in z’n broek had geplast en de ouders gewoon een broek over die natte pyjama hadden getrokken. En op een middag kwamen wij met onze goedgevulde brooddozen in de refter aan, maar sommige kinderen hadden helemaal niets mee. Zulke momenten lieten een zware indruk na.”
Onbetaalbare ervaringen
Ook nu nog geeft ze de zorgreflex door, zowel aan haar kinderen als aan haar studenten. “Mijn kinderen leer ik om verder te kijken dan hun neus lang is. Mijn studenten maak ik de meerwaarde van vrijwilligerswerk duidelijk”, zegt ze. “Financieel gezien heb ik daar misschien niets aan overgehouden, maar ik heb er wel mensen ontmoet, ervaringen opgedaan en lessen geleerd van onschatbare waarde.”
Tine vond het niet erg dat haar pad anders was dan dat van haar medestudenten. “Topsport of lesgeven waren niet de prioriteit voor mij. Ik zag fysieke activiteit als een middel om andere doelen te realiseren en gedrag door een andere bril te bekijken. Terwijl mijn studiegenoten tijdens de zomer naar tropische oorden reisden, zakte ik telkens weer af naar het speelplein van Don Bosco. Dat zij dat niet begrepen, vond ik dan ook helemaal niet erg.”